Veerkracht zelf.naamw. (m/v): 1. Het vermogen om na te zijn uitgerekt of ingedrukt, weer de oorspronkelijke vorm of positie aan te nemen. 2. Incasseringsvermogen 3. Elasticiteit
We staan er misschien niet vaak bij stil, maar veerkracht is een belangrijke eigenschap om te bezitten indien men in staat wil zijn de onvermijdelijke moeilijkheden in het leven te boven te komen en ondanks deze moeilijkheden zich goed in zijn vel te voelen. Veerkracht maakt ons weerbaar voor stress en stelt ons in staat om zelfregulerende vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om ongemakkelijke situaties door te komen zonder het verlies van levensvreugde en levensenergie.
De ervaringen in de vroege levensjaren spelen hierbij een hele grote rol. Het wanhopig vermijden van stressvolle situaties in deze eerste levensjaren is – in tegenstelling tot wat men zou denken – nefast voor het ontwikkelen van veerkracht.
In een onderzoek met doodshoofdaapjes[1] werden aapjes van 17 weken oud gedurende 10 weken één maal per week uit hun kooi (en weg van de moeder) gehaald en in een andere kooi geplaatst met apen die ze niet kenden. Voor de kleine aapjes was dit een stressvolle situatie.
Toen ze ouder waren, maar nog steeds onder de zorg van hun moeder stonden, werden deze aapjes samen met hun moeder in een andere kooi gestoken vol met lekkers en speelgoed. De aapjes die eerder waren blootgesteld aan de stressopwekkende kooien waren nieuwsgieriger en dapperder dan de aapjes die nooit bij hun moeder waren weggeweest.
Wat opmerkelijk is aan het onderzoek is dat de aapjes die in andere kooien werden geplaatst (en daar wel stress vertoonden) geen vrees hadden toen ze later met hun moeder in de kooi met speelgoed werden geplaatst.
De regelmatige blootstelling aan een stressvolle plek werkte dus als een soort inenting tegen latere stress en oncomfortabele situaties.
De stress dient in de jonge jaren in de juiste doses te worden toegediend.
Indien je dermate veel stress ervaart dat je de stresshormonen zoals cortisol niet de baas kan, ontwikkel je net een grotere gevoeligheid voor stress.
Het is noodzakelijk dat de toename van stresshormonen door het lichaam en de geest redelijk snel kan weggewerkt worden. Om het in de woorden van Chad Mackin te zeggen: “Het moet uitdagend zijn, maar niet overweldigend.”
Tegenwoordig probeert men in hondentraining koste wat kost elke vorm van ongemak of stress te vermijden. Pups en honden mogen enkel nog positieve ervaringen hebben, wij mensen moeten ons gedrag aanpassen wanneer we zien dat ze ook maar een beetje stress ervaren. Regelmatig worden we geconfronteerd met uitspraken van gedragstherapeuten die beweren dat indien honden stress ervaren rond bepaalde prikkels, we deze prikkels moeten vermijden of de hond uit de situatie moeten halen. Iedere negatieve ervaring (zoals bijvoorbeeld het toedienen van een correctie of de hond net in een situatie plaatsen waar hij ongemak ervaart) wordt afgeschilderd als dierenmishandeling.
Voor het creëren van een stabiele hond die in staat is zich aan te passen aan een breed gamma van omgevingen en situaties, is het belangrijk dat de hond op jonge leeftijd een bepaalde hoeveelheid stress en ongemak ervaren heeft (en niet zoals zoveel honden enkel beperkt worden tot het huis, de tuin en dezelfde buurt). Door de hond de mogelijkheid te geven om zelf mechanismen te ontwikkelen die de stress doen dalen, leer je je hond zijn eigen gedrag te reguleren.
De hond leert zichzelf terug tot rust te brengen.
Dit zorgt er op zijn beurt voor dat het zelfvertrouwen stijgt en dat de hond in staat is meer druk en spanning aan te kunnen in de toekomst. Het kan niet genoeg benadrukt worden dat men de juiste dosis gezonde stress moet opzoeken. Aan de hand van de lichaamstaal en het karakter van de hond moet men inschatten wat deze juiste dosis gezonde stress is en absoluut vermijden dat de hond zodanig veel stress heeft dat hij niet meer in staat is informatie te verwerken en bijgevolg te leren.
Dit is de reden waarom een puur positieve aanpak (waarbij men de hond enkel positieve ervaringen laat meemaken en alle negatieve en stressvolle ervaringen vermijdt) leidt tot honden met een slechte stressrespons. Honden die opgevoed werden in deze training zijn minder stabiel en zijn honden die over het algemeen sneller stress ervaren en meer tijd nodig hebben om terug tot rust te komen. Dit geldt evenzeer voor honden die de eerste maanden van hun leven té veel stress ervaarden. Denk maar aan honden die uit de broodfok komen.
Conclusie: Stel je pup of hond bloot aan nieuwe prikkels en omgevingen, ook deze die hij eng vindt. Laat hem milde stress ervaren en begeleid hem op de goede manier in het reguleren van die stress.
[1] Early life stress and novelty seeking behavior in adolescent monkeys, KJ parker et al, 2007.